In het nog redelijk naïeve Nederland van het hippietijdperk in de jaren zeventig, hebben harde criminelen zich ontfermd over de opbloeiende hasjhandel. Klaas, zoon van een gevoelloze maar financieel zeer geslaagd zakenman, besluit zich ook geheel te wijden aan deze gemakkelijke geldmachine. Hij wil de grootste zijn voordat de hasj gelegaliseerd wordt, wat volgens hem nog maar enkele jaren zal duren. Bovenal wil hij rijker worden dan zijn gehate vader. Samen met kickbokser Adri en zijn grote liefde Annet lukt het hem de hasjhandel in zijn greep te krijgen.